Het missionaire vuur is aangewakkerd bij Edna Brouns
Nog net voor de lockdown halverwege maart vorig jaar is Edna Brouns teruggekomen uit Ghana. Bijna vier jaar was de 29-jarige er werkzaam als missionair werker met financiële steun van de Week Nederlandse Missionaris (WNM) en uitgezonden door de Sociëteit der Afrikaanse Missiën (s.m.a.). ‘Door corona ben ik eerder naar Nederland teruggekomen,’ vertelt ze.
Abrupte beslissing
Toen er berichten kwamen dat het Europese luchtruim gesloten zou worden, moesten Edna en enkele andere vrijwilligers snel hun koffers pakken en vertrekken. Het maakte een abrupt einde aan haar tijd als lekenmissionaris in Kumasi, de tweede stad van Ghana met haar twee miljoen inwoners op 250 kilometer van de hoofdstad Accra. Terug in Nederland werkt Edna twee dagen per week in het ziekenhuis.
Het missionaire vuur werd bij haar aangewakkerd tijdens haar opleiding tot pedagoog. Toen liep ze stage bij een project voor straatkinderen in Malawi. Het geloof speelde bij Edna thuis een belangrijke rol. Toen ze na het afronden van haar opleiding een vacature zag voor uitzending als lekenmissionaris naar Afrika, was haar keuze snel gemaakt, gezonden worden door een religieuze organisatie sprak haar zeer aan. Na een voorbereidingstraject van anderhalf jaar aan het vormingscentrum van de s.m.a. vertrok Edna naar Ghana. ‘Ik woonde op de missiepost bij de priesters,’ vertelt Edna. Het idee was om alleen naar Afrika te gaan, en daar ingebed te zijn in een missionaire communiteit. ‘Het kleinschalige sprak me zeer aan, net als de bezinning en het stilstaan bij de dingen die je doet.’
Armoede
Edna werkte bij het Street Children Project, dat is opgestart door bisschop Sarpong van het aartsbisdom Kumasi om de jonge en kwetsbare straatkinderen te helpen en dat wordt geleid door de Dochters van Liefde van Vincentius a Paulo. ‘In Kumasi leven zo’n 20.000 kinderen op straat,’ vertelt Edna. De kinderen hebben geen dak boven hun hoofd, geen ouders of familieleden die naar hen omkijken en hen beschermen; vaak hebben ze niets te eten. Ze komen vooral uit de drie noordelijke provincies waar enorme armoede en honger heersen. De kinderen komen vaak uit grote gezinnen en hun ouders zijn niet in staat om goed voor hen te zorgen. In sommige gevallen sturen de ouders noodgedwongen hun kinderen zelfs het huis uit om op zeer jonge leeftijd geld te gaan verdienen in de stad. Een stad die voor hen onbekend is en waar zij aan veel gevaren blootstaan.
Ontvluchten
‘Mijn eerste reis in Ghana was naar het noorden. De situatie van de meisjes in Kumasi is al schrijnend, maar waar zij vandaan komen is het nog veel erger.’ Edna vertelt over de lemen hutjes die er bij elkaar staan en jonge meisjes die van hun familie niet naar school mogen gaan, ’s ochtends vroeg al moeten koken en de hele dag thuis moeten werken. ‘Deze meisjes worden misbruikt als huisslaaf. Een aantal van hen ontvlucht deze situatie en komt op straat terecht,’ zegt Edna.
Street Children Project vangt de meisjes op, praat met hen en probeert hun alternatieven te bieden voor de straat. Tijdens de activiteiten horen ze over de gevaren van het leven op straat, krijgen zij voorlichting over gezondheid en het belang van onderwijs. Kinderen die naar het dagcentrum komen kunnen in een veilige omgeving met een van de medewerkers praten en begeleiding krijgen. Ze leren lezen en schrijven. Ook is er een dagcentrum met kinderopvang voor jonge moeders en kunnen jongeren een beroepsopleiding volgen voor naaister, kapper of cateraar. ‘Het project helpt gemiddeld zo’n tweehonderd jongeren per jaar met onderwijs en een beroepsopleiding,’ zegt Edna. ‘Sommige jongeren gaan na het afronden van de opleiding terug naar hun geboortedorp en beginnen daar een klein zaakje.’
Lekenmissionaris
‘Het fijne van een langere tijd uitgezonden zijn is dat je kunt groeien in jouw rol,’ vindt Edna. Zij heeft gewerkt als straatwerker, staflid en lid van het managementteam. Edna was verantwoordelijk voor de dagopvang in nauwe samenwerking met de lerares. Aan de kinderen gaf ze workshops, ze coachte jongeren en begeleidde de (buitenlandse) vrijwilligers. ‘Ik begrijp beide werelden.’ Werken als missionair werker betekent voor haar vooral dicht bij de mensen staan, er zijn voor anderen en een luisterend oor bieden. Vaak zijn het volgens haar kleine dingen die voor een ander een verschil maken. ‘Dankzij de steun van de WNM kon ik alle tijd en alle aandacht besteden aan mijn werk voor de straatkinderen.’
Missie
Edna moest hals over kop weg uit Ghana, het werk was voor haar nog niet klaar en voor afscheid nemen was geen tijd. Begin volgend jaar wil zij voor een paar maanden terug naar Kumasi om het werk af te ronden en afscheid te nemen van de vele vrienden en collega’s met wie ze ook nu nog in contact is.
Aangewakkerd door haar uitzending naar Ghana wil Edna zich ook hier in Nederland blijven inzetten voor haar medemens. ‘Dat is mijn passie en geeft mij voldoening.’ Haar missie gaat ook hier door.