De kleine broccolirevolutie

Ik ben Meike, normaal gesproken student aan de Universiteit van Wageningen, maar momenteel woon ik in Ecuador om mijn master thesis onderzoek daar te schrijven! Een hele bijzondere ervaring, omdat het me de mogelijkheid biedt meer te leren over het land, haar mensen, en in mijn geval: de soms ongelofelijk onrechtvaardige verdeling van water en de manier waarop dat mensen in vrijwel elk aspect van hun leven beïnvloedt. Ik wil jullie dan ook heel graag meenemen naar mijn eerste grote eye-opener op dit gebied: een bijeenkomst van verschillende inheemse gemeenschappen in het stroomgebied van de Nagsiche rivier over de inzet van chemicaliën in dit gebied om de regen te laten oplossen.

Waar gaat het nu écht over?

Ik weet niet wat ik precies verwacht had, maar zodra we aankomen is het me duidelijk dat deze bijeenkomst een grote groep mensen op de been heeft gebracht. Ik vermoed dat alle pick-up trucks die in het hele stroomgebied überhaupt rondrijden voor het gemeentehuis geparkeerd staan en de straat is gevuld met boeren, presidenten van irrigatiesystemen en leiders van inheemse bewegingen. Ook binnen is het passen en meten. Alle plastic stoeltjes in de grote ontvangstruimte zijn snel gevuld, en als ook de bankjes aan de zijmuren gevuld zijn, blijft er nog een grote groep mensen over die achterin moet blijven staan.

Natuurlijk begint de bijeenkomst niet om 10 uur, maar om half elf zijn de eerste woorden wel gezegd. Er moeten eerst wat andere mededelingen afgehandeld worden, maar als het onderwerp van het bombarderen van de wolken na een kleine driekwartier aan de beurt is hoor ik aan het rumoer in de zaal dat dit is waarvoor mensen gekomen zijn. Het is dan ook niet moeilijk te begrijpen dat het geloof dat de broccoliproducenten hun geld inzetten om de regenval in een groot deel van het stroomgebied aan te passen niet goed valt in een gebied met grote waterschaarste en grote ongelijkheid in de toegang tot dit water. En dus is er een onderzoek opgezet door de nationale waterautoriteit om uit te vinden of dit tot de technische mogelijkheden behoort.

Het resultaat van het onderzoek kan kort worden samengevat: er bestaat (tot nog toe) geen enkele bekende techniek die wolken kan doen oplossen. Er is ook geen enkel materiaal aangetroffen op het vliegveld dat erop duidt dat de broccoliboeren deze techniek mogelijk tóch hebben uitgevonden. En er zijn geen vergunningen voor het vliegveld om vluchten uit te voeren met een ander doel dan het opleiden van nieuwe piloten. Gelijk uit de eerste respons vanuit het publiek wordt mij heel veel duidelijk. Deze meeting gaat niet over de resultaten van dit onderzoek. Deze meeting gaat niet over het bombarderen van de wolken. Deze meeting gaat over zoveel meer. Deze meeting gaat, in ieder geval voor de hier aanwezigen, over onrechtvaardigheid, over honger, over armoede. Deze meeting gaat over opgekropte gevoelens van niet gezien of geholpen worden. En, zoals we ook uit Nederland weten, daar kan geen enkel wetenschappelijk bewijs meer tegenop.

Na overleg komt actie

De hieropvolgende drie uur volgen de betogen van inheemse leiders, kleinschalige boeren, irrigatiepresidenten en gemeenschapsleiders ongeveer de volgende lijn. “Terwijl de broccolibedrijven steeds verder groeien, hebben wij het steeds slechter. Er is geen water voor onze productie, en geen geld om onze kinderen naar school te sturen.” “Hier sterven de kleine producenten van de honger, en de broccolibedrijven hebben nergens last van.” “De autoriteiten denken alleen over geld, niet over ons.” Met zo’n driehonderd kleine producenten en slechts één broccoliboer slaat het onvermogen en de wanhoop verbazend snel om in een kleine revolutie. “Ze [de autoriteiten] zeiden dat ze hier zouden zijn om samen een oplossing te vinden, maar waar zijn ze nu?” “Er rest ons maar één oplossing: vamos a tomar las brocoleras (laten we de broccolibedrijven overnemen)!”

Op het moment dat ik me echt begin af te vragen of er hier en nu een revolutie wordt gestart, komen de veelbesproken autoriteiten dan toch nog opdagen, en beginnen een poging om aan te dringen op nieuwe gesprekken en extra onderzoeken. De reacties die daarop volgen tonen nog maar eens aan hoe weinig vertrouwen mensen hier in hun autoriteiten hebben. “4 jaar! 4 jaar hebben jullie aan dit onderzoek gewerkt. En ondertussen zijn wij maar drie keer geïnformeerd. Que pobreza de información!” “Er is hier geen water, geen eten, en van die vliegtuigen kunnen wij niet eten. Er is nú actie nodig.”

Gevoelens zijn wat het vuur aanwakkert om nog harder te werken

Ik voel zó met deze mensen en deze frustraties mee, maar tegelijkertijd begrijp ik inmiddels ook dat het einde van de broccolibedrijven tevens het einde aan de werkgelegenheid voor ruim 2000 mensen in dit stroomgebied betekent, met weer hele andere problemen tot gevolg. En op wonderbaarlijke wijze lijkt toch iets van dat reële besef geleidelijk weer de bijeenkomst binnen te sijpelen. Ik heb niet helemaal begrepen waar de snelle omslag vandaan kwam, maar ik denk dat ik getuigen ben geweest van de enorme invloed die de leiders van de inheemse organisaties hebben op wat mensen hier willen en denken. “We moeten nieuwe gesprekken voeren, maar dan goed uitgevoerd, met ons allemaal als getuigen. We moeten aan de slag. Vandaag kunnen we geschiedenis schrijven.” “We willen geen geweld, alles wat we willen is menselijke omstandigheden om in te leven.”

En zo komt er wonder boven wonder een volgende meeting. En dus ga ook ik me weer opmaken voor een nieuwe bijeenkomst, waar de emoties ongetwijfeld weer hoog op zullen lopen. Alhoewel de grote onrechtvaardigheid in waterverdeling en watertoegang absoluut één van mijn belangrijkste drijfveren is om dit soort onderzoeken te doen, kan ik niet ontkennen dat het af en toe ook lastig is. Als mens, los van de onderzoeker, ben ik nou eenmaal niet immuun voor de wanhoop, pijn en frustraties van de mensen die ik onderweg ontmoet. En ik denk dat dat ook helemaal niet hoeft, sterker nog: juist die gevoelens zijn wat het vuur aanwakkert om nog harder te werken, de situatie nog beter in kaart te brengen en nog beter te kunnen spreken in naam van al deze mensen en al hun zorgen en frustraties. So I better make it count.